Rezension: Kafka/Klopstock (Kafka Katern)

  • Kafka-Katern
  • 18 September 2003

Rezension in: Kafka Katern 1/2003 (Jg. 11), S. 17
Rezensent: Niels Bokhove

‘Robert! Helfen was zu helfen ist!’

Hugo Wetscherek (Hrsg.), Kafkas letzter Freund. Der Nachlaß Robert Klopstock (1899-1972). Mit kommentierter Erstveröffentlichung von 38 teils ungedruckten Briefen Franz Kafkas. Bearbeitet von Christopher Frey und Martin Peche [...]. Mit Beiträgen von Leonhard M. Fiedler und Leo A. Lensing. Wien: Inlibris, 2003. – ISBN 3-9500813-9-9. – 312 S., EUR 65,00.

In de laatste weken van zijn leven, in april-juni 1924, werd de aan tuberculose lijdende Kafka niet alleen bijgestaan door zijn partner Dora Diamant. Buiten zijn medeweten schreef ze op 13 april enkele vertwijfelde regels bij een kaart van hem aan zijn medisch gevormde vriend Robert Klopstock: 'Robert! Helfen was zu helfen ist! Die Medizin-Ärzte sind am Ende ihrer Macht. Absolut aufgegeben. [...] Robert helfen! Raten was anfangen.' Kafka's tekst op die kaart is allang gepubliceerd, maar Dora's noodkreet niet. Die regels, en nog veel meer nieuws, staan nu in de catalogus van Klopstocks nalatenschap, die het Weense antiquariaat Inlibris te koop aanbiedt.

Kafka en de toen 21-jarige Hongaarsjoodse Klopstock hadden elkaar begin 1921 in een sanatorium in de Tatra leren kennen. Klopstock zat toen niet alleen qua gezondheid in de problemen (eveneens tbc), maar evenzeer met de voortzetting van zijn studie geneeskunde. Na Kafka's vertrek bleven ze in schriftelijk contact. Kafka probeerde hem op allerlei manieren uit zijn misère te helpen: baan (uitgeverij), paspoort en studie. Klopstock dacht aan het vertalen van Hongaarse literatuur in het Duits en Kafka regelde voor hem het Hongaarse vertaalrecht van zijn werk (maar kreeg pal daarn atehoren dat de nu beroemde Sándor Márai al een vertaling van Die Verwandlung gepubliceerd had!). Klopstock stuurde hem als wederdienst af en toe tijdschriften toe, o. a. Karl Kraus' Fackel. Tijdens zijn leven met Dora in Berlijn, 1923-24, wilde Kafka niet da Klopstock hem daar opzocht, maar eenmaal zwaar ziek in Kierling stelde hij de komst van zijn medische vriend zeer op prijs- Klopstock bleef tot na Kafka's tood. Daarna verdween Klopstock in de mist van de geschiedenis, behalve dan zijn korte herinneringen waar Kafka-uitgever Schocken in de jaren vijftig om vroeg. Hij zou werkzaam zijn geweest als tbc-specialist in de Verenigde Staten.

De briefwisseling tussen Klopstock en Kafka speelde zich af tussen medio 1922 en april 1924. In totaal gaat het om 59 berieven en kaarten, door Max Brod opgenomen in Briefe 1902-1924 uit 1958. Eén brieffragment, dat al eerder was afgedrukt in Tagebücher und Briefe uit 1937, ontbrak vreemd genoeg.

Twintig jaar na Klopstocks dood (1972), maar - belangrijker - zeven jaar na de dood van zijn vrouw Giselle, is zijn én haar literaire nalatenschap in handen gekomen van antiquariaat Inlibris in Wenen, die het nu voor het enorme bedrag van EUR 1,2 miljonen als één geheel te koop aanbiedt. Ik ga hier niet in op de terechtheid van deze prijs, interessanter is het om na te gaan wat de literaire 'winst' van deze papieren is.

De boedel bevat in het totaal 37 brieven, veel minder dus dan in Brods brievenuitgave. Vreemd en jammer genoeg zijn er namelijk 30 reeds bekende brieven of brieffragmenten verdwenen! Pluspunt is weer dat van die 37 er zes onbekend waren en dat van veertien, naar nu blijkt maar deels gepubliceerde brieven voortaan de volledige tekst beschikbaar is. Verder zit er nog een 'Gesprächszettel' bij die Kafka gebruikte toen hij door de tbc niet meer kon praten. Dat is al een hele winst. Klopstocks aandeel is waarschijnlijk ooit door Kafka vernietigd.

Maar de erfenis van de Klopstocks is nog rijker dan dat, en dan beperk ik mij uiteraard tot Kafka. Ik noem brieven van uitgever Schocken over de uitgave van Kafka's Gesammelte Werke (1846/47), Franz Werfel (1934), Thomas Mann (1940) (Klopstock was in de jaren dertig goed bevriend met diens zoon Klaus Mann). Verder foto's uit het sanatorium in de Tatra, geknipt uit de eerste druk van Wagenbachs Kafka-fotoboek en met bijschriften van Klopstock. In Klopstocks biblioteek bevinden zich exemplaren van de eerste druk van Der Prozeß (1925), Amerika (1927) en Beim Bau der Chinesischen Mauer (1931). Bovendien bleek tussen de papieren ook de aanzet tot de Hongaarse vertaling ven Der Prozeß door Giselle Klopstock-Deutsch (1902-1995) te zitten.

Met deze documenten heeft opeens ook Klopstocks verborgen leven reliëf gekregen. Zijn vriendschap met Kafka heeft hij kennelijk zijn leven lang voor zichself willen houden, nu kennen we er postuum getuige van zijn.

De gedateilleerde en zorgvuldige beschrijving van de collectie, in veel gevallen met afbeeldingen en facsimile's, krijgt een extra dimensie door de uitstekende extra bijdragen: een biografische schets van Klopstock door Christopher Frey, een portret van hem als laatste vriend van Kafka door Leonhard M. Fiedler en een beschouwing over de Fackel- en Werfel-interesse van beide vrienden door Leo A. Lensing.

Al met al gaat het om een zeer bijzondere collectie, waarvan het te hopen is dat zij niet, zoals Kafka's brieven aan Felice Bauer, bij een anonieme koper terechtkomt. Hoe dan ook hebben we altijd nog dit prachtig verzorgde boek.

Kafka Katern: http://www.kafka-kring.nl/abstracts.html